Aan de voordeur hing een plastic tas. We vertrokken vanmorgen om half negen, dus iemand moet hem in alle vroegte opgehangen hebben. Ik heb de tas eraf gepakt en gekeken wat er in zat. Een enveloppe en een zachte bruine teddybeer. Toen ik de handgeschreven kaart las, stroomden de tranen over mijn wangen…

 

Inmiddels zit Timo in zijn ziekenhuisbed met uitzicht op de Amsterdam Arena en klemt hij de teddybeer stevig tegen zich aan. Morgen krijgt hij zijn PEG-sonde. De ingreep waar we tijden over getwijfeld hebben, maar waarvan we toch hopen dat het verlichting zal brengen. Weg met de neussonde en bijbehorende kapotte wangen van de pleister. Weg met het keer op keer opnieuw moeten inbrengen en de hartverscheurende gevechten die Timo dan met de thuiszorg levert. Weg met het gevoel niet te kunnen stoeien en knuffelen, omdat we per ongeluk het slangetje uit zijn neus kunnen trekken.

 

Dus we maakten de beslissing die ons vanuit meerdere kanten aangeraden werd. En nu zijn we hier in deze mooie kamer van de nog mooiere kinderafdeling in het AMC.

Ik zit op de bedbank en leun tegen de muur. Timo heeft Beer inmiddels een mondkapje opgezet en beluistert het berenhart met de stethoscoop.

Als de verpleegkundige binnenkomt, ploft hij naast me op het bed. Een man, niet piepjong meer. “Ben je er klaar voor?” vraagt hij en ik zucht. Kan je klaar zijn voor zoiets? Ik weet het niet. “Zorg dat je er voor hem bent morgen.” Ik antwoord dat we er zeker zijn en dat de opvang voor onze dochter geregeld is. “Nee, dat bedoel ik niet. Zorg dat je er helemaal bent, zowel met je hoofd als met je lijf. Echte aandacht, volledige aanwezigheid.” Ik kijk hem aan en hoor wat hij zegt. Er zijn en er écht zijn, kunnen mijlenver uit elkaar liggen. Fysiek aanwezig zijn met een hoofd vol afleiding en angsten, is heel iets anders dan met aandacht en vertrouwen aanwezig zijn. Durven voelen, bang durven zijn, maar ook mogen hopen op een goede afloop.

 

Dankbaar staar ik deze bijzondere verpleegkundige aan en glimlach naar hem. Deze paar zinnen leren mij iets wezenlijks. “Dank je wel, ik ben er klaar voor.” En ik meen het. Ik heb vertrouwen in wat er komen gaat en in de mensen die zich over mijn kind zullen gaan ontfermen.

 

Dan valt mijn blik op het kaartje dat in het tasje bij de beer zat. Het kaartje van Timo’s kinderarts, die ons bij al zoveel bumpy roads heeft bijgestaan. “Lieve Timo, lieve papa en mama van Timo. Heel veel sterkte met de operatie. Het gaat goed komen.” De laatste letters zijn uitgelopen door mijn tranen. Tranen van spanning, maar vooral van dankbaarheid voor zoveel mooie mensen die vanuit echte betrokkenheid voor mijn kind zorgen. En daarmee ook voor mij als moeder en voor ons als gezin. Mensen die mij levenslessen leren over vertrouwen en goedheid. Juist wanneer het buiten donker lijkt te zijn, stralen sterren op hun helderst.